Wat zijn de programmastanden op mijn camera?
Op de meeste camera's zit een functie waarmee je kunt kiezen tussen diafragma en sluitertijd, tenzij het om een volautomatische camera gaat natuurlijk. Bij spiegel reflex camera's is dat meestal met een draaiwiel dat boven op de body is te vinden. En soms wordt dit via het display van de camera ingesteld. Dit komt dan weer vaker voor bij systeem, compact, of bridgecamera's. Op die knop vind je ook de automaatstand (vaak een groen teken) en symbolen waarmee je allerlei combinaties van belichtingen en sluitertijden kunt regelen. In dit artikel leg ik de werking van dit draaiwiel uit.
Op het draaiwiel vind je allerlei symbolen en de bekendste is de automaatstand en voor de beginnende hobbyfotografen is dat het bekendste en meest gebruikte symbool. De automaatstand noemen we ook wel wel standje groen (vanwege de kleur = meestal groen) en soms ook wel kleuterstandje omdat de automaat alles voor je regelt en soms staat er gewoon Automaat. Door sommigen wordt gedacht dat de A op het draaiwiel de automaatstand is maar dat is niet zo. De A is de instelling voor de diagragmamodus maar die komty verderop aan bod. De automaatstand is echt voor beginners die nog niets van de basistechnieken weten (en dat soms ook niet willen weten). En hiermee laat je de keuze voor diafragma en sluitertijd (maar ook ISO en witbalans) helemaal aan je camera over. Je hebt geen enkele invloed op de belichting en het enige wat je hoeft te doen is je compositie maken en klikken. Prima als je hiervoor kiest maar daar heb je natuurlijk niet zo'n gevanceerde camera voor gekocht. Op het draaiwiel staan ook symbolen waarmee wordt aangegeven welke soorten thema's je kunt fotograferen bijvoorbeeld sport, portret, nacht, landschap enz. Als je voor zo'n instellingen kiest dan doe je eigenlijk niets anders dan wat je ook bij de automaat doet alleen dan specifiek voor een bepaald thema. Je camera gebruikt de voorgeprogrammeerde instellingen die het best passen bij het gekozen thema. Maar ook hier heb je hebt verder geen invloed op de instellingen en het werkt dus hetzelfde als de automaatstand. Zowel de automaat als de symbolen zijn geen aanrader als je meer uit je camera wilt halen om mooiere foto's te maken omdat je zo je camera niet leert begrijpen. Waarmee je wel je creativiteit kunt instellen zijn de instellingen die hierna komen.
De P-stand
De P staat voor Programmastand. Kies je hiervoor dan zorgt je camera voor een optimale combinatie van het diafragma en sluitertijd zodat je de minste kans hebt op een te lange sluitertijd of een te groot diafragma. Het is een gemiddelde waarde waarbij je genoeg scherptediepte kan krijgen met een sluitertijd die kort genoeg is om bewegingsonscherpte te voorkomen. En als er toch een situatie ontstaat waarbij de belichting niet goed uitpakt, dan krijg je wel ergens een waarschuwing. Als je voor P kiest dan doe je dat omdat het gemakkelijk en redelijk veilig is om mee te fotograferen en hoef je zelf niet echt met creatieve belichtingskeuzes bezig te zijn. P zou je ook wel semi-geautomatiseerd kunnen noemen met dit verschil dat je bij de P wel de beschikking hebt over ISO en witbalanskeuzes.
Diafragma- en Sluitertijdmodus (A/Av, S/Tv)
De A of Av (voor Canon) staat voor Apeture of Apeture Value oftewel diafragmamodus. Met deze instelling kun je in combinatie met de sluitertijd, de belichting van je foto regelen. Door aan het instelwiel te draaien kun je het diafragma groter of kleiner maken. Bij de keuze van een diafragma bepaalt de camera automatisch de best passende sluitertijd. Met het instellen van het diafragma kun je ook voor een bepaalde scherptediepte kiezen en als je dit goed toepast geeft dat ook veel creativiteit aan je foto's.
De S of Tv (voor Canon) modus staat voor Shutter of Timevalue oftewel sluitertijdmodus. Deze instelling kies je wanneer het onderwerp dat je wilt fotograferen te maken heeft met snelheid. Je regelt of de sluiter kort of lang openstaat. Kies je voor kort dan bevries je het onderwerp (denk aan een racefietser) en bij een lange sluitertijd suggereer je beweging in je beeld. Diafragma en Sluitertijd behoren, samen met iso, tot de belichtingsdriehoek.
De M-stand
De M staat voor Manuel oftewel handmatig. Hierbij heb je als fotograaf de volledige keuze om diafragma en sluitertijd onafhankelijk van elkaar te regelen. Dit doe je door aan het instelwiel te draaien (bij sommige camera's heb je daar twee instelwielen voor). Je moet wel goed weten wat je doet en hoe de instellingen werken want anders gaat het mis. Meestal zie je in de zoeker wel de gekozen instellingen terug en het is belangrijk om dit goed in de gaten te houden om te voorkomen dat je een niet goed belichte of een bewogen foto maakt.
Heb je over dit onderwerp vragen of wil je meer leren over de basistechnieken van fotograferen, volg dan de basiscursus fotograferen, waar we ook de belangrijkste instellingen, functies en knoppen van jouw camera uitvoering behandelen. Uiteraard mag je mij ook altijd een vraag stellen. Klik dan hier.